Nu de politiekers Latijn herontdekt hebben, of is ook dat maar een ego-trip ? Eerst de vertaling: wie zal de bewakers zelf bewaken ? Komt uit de Satiren van Juvenalis. Naar mijn gevoelen hebben we er in Vlaanderen een betere vertaling voor, namelijk: als de vos de passie predikt, boer let op uw ganzen. Eenvoudiger nog: als de generaal de vrede verdedigt of als een politieker de zoveelste mirakeloplossing aanbiedt, hou uw zakken dicht want jij zult de rekening betalen op de een of de andere manier. Oplossing hiertegen ? Probeer het eens zonder generaals of politiekers. Doe het zelf.
1) Horens dragen
Wat gebeurt er nadat we naar een verkiezing zijn getrokken en we tussen de vijf en de dertig seconden democraat zijn geweest ?
Antwoord: allerlei zaken die men niet heeft aangegeven voor de verkiezing.
Waarom ? Omdat de doorsnee burger nauwelijks nog iets weet van de ideologische inhoud van een partij en haar programma. Wij zijn op dat vlak Amerikaans geworden; wij reageren op personencampagnes en zo verkiezen wij ook af en toe, her en der, een Trump. Ook de partijen spelen daar reeds geruime tijd op in. Kopstukken worden naar voor geschoven en een verkiezingscampagne wordt daarop afgesteld.
Verkiezingsprogramma’s worden kort en de inhoud technisch of cryptisch.
In het kort, wij kiezen niet meer, maar lopen valse geliefden na en worden, uiteraard bedrogen.
2) Democratische controle kwijt
Wij hebben het fundamentele recht op controle gedeeltelijk door eigen niet-interesse verloren en door het spel van de partijen en ons systeem van parlementaire democratie zijn we de controle kwijt op het beheer van ons eigen leven.
De burger die persoonlijk zijn inbreng wil brengen in deze maatschappij moet zich inschrijven in één of andere partij. Daarbij sluit hij een compromis met de groep. Geen enkel probleem. Het wordt wel een probleem wanneer de zogenaamde “partijdiscipline” gaat spelen. Hij kan vrij moeilijk een ander stemgedrag dan de groep vertonen zonder het risico van zichzelf naar de zijkant van zijn partij te maneuvreren. Dit is het tweede compromis. Gaat zijn partij in coalitie met één of meerdere andere partijen om het bestuur op zich te nemen, sluit men meestal een derde, een vierde, een vijfde, enz… compromis.
Hij kan natuurlijk nog altijd zelf een eigen nieuwe partij oprichten. Maar dat is een zaak van heel veel hard werk, veel geduld, maar vooral van veel geld. En daar schuilt dan het risico van het grootste compromis.
3) Representatieve democratie is maar een fase naar een echte democratie
Het parlement vertegenwoordigt de burger, die voor de samenstelling ervan heeft gekozen. En daarmee hebben we de verst gevorderde bestaande vorm van democratie. Ieder weet dat dit niet vanzelf is gekomen. Van een meervoudig kiessysteem, over algemeen kiesrecht, tot vrouwenkiesrecht zijn vele politieke veldslagen uitgevochten. Maar bovenstaande redenering concludeert dat de parlementaire democratie geen eindpunt kan en mag zijn, omdat de burger het recht heeft op controle over zijn eigen leven.
De technische middelen staan ter beschikking om iedere burger zich te laten uitspreken over alle “ belangrijke” punten die zijn leven raken ( zijn bescherming, zijn arbeidsvoorwaarden, zijn gezondheidszorg en zijn sociale zekerheid, zijn financiële toestand, zijn leefomgeving, enz…). Moet hij dan werkelijk over alles meepraten ?
Uiteraard niet. Wat wèl en wat niet, is een processus. Waar haalt hij zijn technische kennis om te oordelen in bepaalde materies ? Daar zijn vele oplossingen voor mogelijk.
Indien er voor specifieke onderwerpen nog vertegenwoordigers voor de beslissingen moeten worden aangesteld, zal één van de belangrijkste regels zijn dat een mandaat niet eindeloos kan worden herhaald. Wie te lang en te dicht bij de financieel belangrijke beslissingen verkeert, heeft wel eens een andere visie op wat het algemeen belang moet zijn. Dit geldt nog veel méér vandaag. Een beperking van het aantal keren dat men verkozen kan worden, zou moeten worden vastgelegd. Het voornaamste aangehaalde minpunt: verlies van ervaring is natuurlijk maar een schijn discussiepunt.
Als de Westerse democratie niet wil ten onder gaan aan permanente onrust onder de burgers of aan een autoritair systeem, moet het gehalte directe democratie worden opgetrokken.