Hoe lang nog? (Deel 2)

Hoe lang nog?

Deel 2. Het antisemitisme

De protestanten haten de katholieken en de katholieken haten de protestanten. De hindoes haten de moslims en de moslims haten de hindoes. En iedereen haat de joden.

 

Beetje geschiedenis.

1. Het vroege christendom.

Het begint met een godsdienstig dispuut tussen de officiële joodse leer en een sekte binnen de joodse maatschappij en krijgt een keerpunt door de ideologische benadering. Nadat de christenen een grotere macht zijn geworden en even later zelfs de staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk, begonnen systematisch de toenmalige kerkvaders een campagne tegen de joden die werd gedragen door de slogan dat zij Christus hadden vermoord. Reeds daarvoor werden joden wel eens in de nek gekeken omdat zij zich anders kleedden, de religie en de gewoontes van anderen niet aanvaardden en sociaal zich niet vermengden. Bovendien herinnerden de Romeinen zich zeer goed de joodse opstanden van 67 tot 70 en van 135 MTR. Reeds in het evangelie van Johannes vinden we een opmerking over de bittere interne disputen tussen de traditionele joden en de Jezus-joden. Hij beklaagt er zich over dat de joden niet het woord van Christus zijn gevolgd en dat zij, de Jezus-volgelingen, worden geweerd uit de gemeenschap ( zeg maar de toegang tot de synagoge wordt onthouden). Gevolg van deze jarenlange discussie is dat één van de groepen, de Jezus-volgelingen dus, in minder dan een eeuw geen etnische joden meer waren door de grote instroom van niet-joden.

Rond 110 maakt Ignatius van Antiochië, een Syrische bisschop, het onderscheid tussen “Judaïsme” en “Christianisme” in een brief, waarin hij in de eerste plaats vraagt aan de christenen niet verder joodse rituelen en praktijken te volgen. Dit betekent dus dat ze dit nog steeds deden op dat ogenblik. Justinus, een niet-jood uit de Palestina regio die zich tot het christendom had bekeerd ( noteer tussenin dat Palestina de geografische naam is die de Romeinen aan de regio gaven), schreef in het midden van de tweede eeuw in zijn “Verdediging” dat de joden Christus hadden gekruisigd ( hoofdstuk 35). Later veranderde hij deze verklaring als volgt: “ Herodus Antiphas, koning van de joden, en Pilatus hebben samengezworen tegen Chistus”  (hoofdstuk 40 in hetzelfde boek dus).

Rond 177 schrijft Irenaeus van Lyon een verhandeling “Tegen de Ketterijen” in de eerste plaats bedoeld tegen de vele gnostische sekten binnen de christelijke stroming, die onder andere het goddelijk karakter van Jezus betwisten. Hierin citeert hij terloops de beschuldiging dat het Jerusalem gepeupel de moordenaars van de Heer waren.

De toon was gezet en de groeiende macht van de christelijke beweging zou de rest doen.

Rond 190 publiceert Melitto van Sardes een gedicht als Pasen homilie, waaruit volgende deel: “O Israel, waarom hebt gij deze ongehoorde misdaad begaan ? Gij hebt Hem onteert die u eerde”. Het werd tot amper dertig jaar geleden gebruikt in de Goede Vrijdag dienst, en zou ettelijke keren aanleiding zijn tot ernstige uitbarstingen tegen de joden op die dag.

De toon werd verder opgenomen en langzaam verhoogd door Tertullian en later door Origen, twee bekende kerkvaders uit de derde eeuw. Origen had een probleem, dat hij steeds is blijven herhalen, met het feit dat de joden obstinaat weigerden de messias te zien in Jezus. Het feit, zo stelt hij, dat een kleine groep joden ( ik vertaal: de priesterkaste van de tempel en de Grote Raad ofte Sanhedrin) Pilatus zo onder druk kon zetten om Jezus te laten kruisigen. De “schuld” van de kleine groep wordt later omgezet naar schuld van het gehele joodse volk. Toch een paar opmerkingen: indien, ik herhaal indien dit scenario zich zo zou hebben afgespeeld, zou Pilatus de intern religieuze discussie zeer zeker hebben overgelaten aan het Sanhedrin zelf; het Sanhedrin en zeker Herodes waren niet zo geliefd bij het joodse volk; een eventuele schuld van een kleine groep vertalen naar de schuld van een volledige bevolking is uiteraard zeer dubieus.

Deze dubieuze praktijken, waarin de nieuwe Kerk steeds verder is gegaan, waren duidelijk gewild. Toen in 312-313 de beide Romeinse keizers van Oost en West de christenen vrijheid van hun godsdienst gaven, dachten de overwinnaars van deze nieuwe toestand dat ze een goddelijk mandaat hadden gekregen om de joden te onderwerpen. Bisschop Ambrosius verzette zich tegen het plan van Theodosius om de joden burgerrechten te verlenen zoals de christenen die hadden gekregen. Toen een menigte christenen een synagoge in Callinicum hadden afgebrand, weigerde hij die te laten heropbouwen tegen het bevel van de keizer in, met het argument dat het een plaats van “ongeloof” was en dat geen plaats verder mocht blijven bestaan waarin Christus geen plaats had. Kristallnacht dus avant-la-lettre begin de jaren 300 MTR. Hierna zijn er duizenden grotere en kleinere incidenten geweest, die steeds éénrichting gingen.

 

2. De middeleeuwen.

In de vroege middeleeuwen volgt er een periode van ogenschijnlijke rust. Veel kunnen we leren uit de brieven van paus Gregorius I, die ongeveer 30 van zijn 800 bekende brieven wijdde aan de joden. Hierin blijft hij aandringen dat ze zich zouden bekeren. Maar er is nauwelijks sprake van gewelddadige acties. Het verandert echter snel. In het Oosten verliest het Oost-Romeinse Rijk Jerusalem en het Midden-Oosten aan de Perzen. De joden wordt verweten met de Perzen samen te zweren. In Frankrijk stelt koning Dagobert ( 626 MTR) en later de Spaanse koning in 694 de joden voor de keuze: of zich bekeren of in slavernij eindigen. In het boek The Apostolic See and the Jews: History, Studies and Texts van Simonsohn uitgegeven in Toronto 1991, krijgen we een overzicht van de pauselijke archieven van Gelasius I ( 496) tot Leo X ( 1521). Hierin wordt duidelijk dat de pausen niet zo een grote dwingende macht over de bisschoppen hadden als vandaag. En dus waren vele pesterijen tegen uitzettingen van en moorden op joden meestal zeer plaatselijk gestuurd en het gevolg van lokale toestanden, die heel dikwijls aan de basis niets met godsdienstige wrijvingen te maken hadden.

Het godsdienstig antisemitisme krijgt een bijkomende dimensie, namelijk politiek en materieel. Er was uiteraard steeds een xenofobe ondergrond, maar meestal ging het om het aanwijzen van een zondebok voor plaatselijke tegenspoed.

Hoewel zonder echte burgerrechten en precies door het verbod om bepaalde beroepen en functies te mogen uitoefenen en om geen land te mogen bezitten, hebben vele joden een levensonderhoud gevonden in de opkomende handel en de daarmee gepaard gaande geldwissel en bankactiviteiten. Het was met name verboden voor christenen om rente te vragen op geleend geld aan andere christenen ( noteer dat dit in den beginne ook gold voor joden onderling en ook voor moslims onderling). Maar, het was niet verboden voor een christen om rente te vragen aan een jood, en uiteraard ook omgekeerd.

De absolute invloed van de kerk op iedere burger in die periode betekende dat ze de massa steeds in de richting kon sturen die ze wilde. Als ze de joden nodig had, was er rust. In alle andere gevallen, een mislukte oogst en hongersnood, een verloren veldslag, een plaag, hadden ze een zondebok bij de hand. En de bevolking ging daar telkens gretig op in. Ze kenden de verhalen over de Jezus moord en ze hadden de verhalen gehoord over geld.

Aangezien vooral de kerk ( zeg maar de clerus) en ook de koningen bijna voortdurend geldnood hadden voor hun rijkelijk leven of voor hun oorlogen, werden de joden af en toe wel eens ter hulp geroepen of gedwongen. Nog later trouwens zal de kerk ( in casu de paus zelf) samen met de Franse koning de Tempeliers en de Katharen laten uitmoorden om dezelfde reden: de financiering van hun permanente grote geldnood. Ook hier waren de beschuldigingen ketterij en “duistere” praktijken. De financiële relatie met de joden ging de hele tijd met ups en downs. De “donkere” middeleeuwen, zoals die wel eens worden genoemd, waren in tegendeel zeer woelig, kleurrijk en interessant, behalve voor de joden.

De kruistochten vormden een nieuwe aanleiding voor jodenvervolging rond 1099. Nieuwe beschuldigingen werden in de twaalfde eeuw toegevoegd, namelijk rituele moorden, ontheiliging van hosties en de fameuze bloedlaster. Dit was een nooit bewezen beschuldiging van gebruik van bloed van kinderen in het ongedesemde brood dat werd gegeten naar aanleiding van Pesach ( = het joodse paasfeest). Noteer dat deze beschuldigingen werden gepredikt door bijna alle katholieke en orthodoxe priesters. Ze werden door de nazi’s in de dertiger jaren gretig opgepikt en nieuw leven ingeblazen. In sommige streken werd ook de jodenhoed of een gele badge opgelegd aan de joden, de voorlopers van de Davidster.

Nadat de Spanjaarden de moslims hadden verdreven uit Andalusië, waar een zeer intense samenwerking tussen de moslims, de joden en ook christenen een bloeiende culturele maar ook economische periode had doen ontstaan, werden ze verplicht door de allerkatholiekste koningen van Spanje om ofwel zich te bekeren, ofwel om het land te verlaten ( uiteraard met het achterlaten van alle bezittingen). Een redelijk aantal vertrok naar Portugal waar ze even later voor dezelfde keuze kwamen te staan. De meesten vertrokken naar Noord-Afrika, naar het Ottomaanse Rijk, naar Thessaloniki en naar Amsterdam. Dezen, die bleven, conversos genaamd, werden echter nauwlettend gecontroleerd door de Inquisitie. De meesten bleven namelijk hun oude geloof in het geheim trouw. Velen eindigden daardoor op de brandstapel.

Ook de protestanten, in het begin zeer open naar de joodse gemeenschap, werden naderhand felle antisemieten toen bleek dat de joden ook niet naar dit nieuwe geloof zouden overstappen. Na de reformatie voerde de Roomse kerk het principe van segregatie in en verplichtte joden in een afgesloten wijk of ghetto te verblijven. Regelmatig hadden er nog slachtpartijen plaats. De jood bleef eeuwige zondebok met de goedkeuring van de Kerk. Uit historisch onderzoek blijkt inmiddels dat dikwijls eigen lokale falen de aanleiding was voor deze aanvallen. Oekraïne en Polen waren hierin toonaangevend. De verregaande verstrengeling van kerkelijke en wereldse macht in deze landen was een alliantie die alle propaganda in handen hield.

 

3. De Verlichting.

Geheel in tegenstelling tot de eigen ideologie bracht de Verlichting geen specifieke verbetering voor de joden. Vreemd genoeg werd hen verweten de basis te zijn geweest voor de opkomst van het christendom en dus van de wreedheden van de katholieke kerk. En Diderot en Voltaire bijvoorbeeld verweten hen vervreemd te zijn van de wereld door hun primitieve en achterlijke godsdienst. Tot de Franse Revolutie bleef deze houding gelden. Toen kregen ze gelijke rechten, eerst in Frankrijk en in 1871 ook in Duitsland bij de éénwording van de staat. In diezelfde 19de eeuw echter ontstond, samen met een opkomende nationalistische stroming, een raciaal antisemitisme gebaseerd op de pseudo-wetenschappelijke theorie van rangorde onder de rassen ( zie ook onder de rubriek Varia het artikel Hoe ras ? Waar ras ? Welk ras? en in de rubriek Geschiedenis het artikel De mythe van de Ariërs). Hierbij werden in de eerste plaats joden inferieur verklaard aan de zogenaamde Ariërs ( het gefabriceerd verhaal van een volk dat recent door nieuwe opgravingen in de Indus-vallei in Pakistan en India ernstig in vraag wordt gesteld). Een eerste merkwaardig werk in 1854 was van de hand van Joseph Gobineau waarin de rassenongelijkheid werd uitgelegd tussen de Noordse volkeren ( voor hem waren dat Engelsen, Noord-Fransen en Belgen). Geen sprake van Duitsers. In de eerste uitgave stonden de joden nog onder het “blanke” ras. In latere uitgaven verdwenen ze van die plaats. In 1882 verscheen La France Juive van Edouard Drumont. Dit bleek eerder het zoeken naar een zondebok door de nationalisten van de Derde Republiek voor de verloren oorlog 1870-1871 tegen de Pruisen. In Duitsland verscheen een werk van de hand van Wilhelm Marr in 1879 met de titel Overwinning van het Jodendom op het Germanisme. Hij gebruikte voor het eerst de term antisemitisme in een etnische en niet meer een linguistische betekenis. Hij vergat hierbij, zoals zovelen na hem, inclusief de Nazi’s, dat semitisch de afstammelingen van Sem betekent. En dat zijn naast de joden ook de Arabieren en enkele kleinere volkeren uit het Midden-Oosten.

In Oostenrijk, Duitsland, maar ook in Rusland werden lokale sociale en politieke mistoestanden toegeschreven aan de joden. De zeer dramatische toestanden die hieruit volgden, waren aanleiding tot een massale emigratie naar de USA.

 

4. Tot op heden.

De industrialisatie en de snelle verpaupering van grote lagen van de bevolking in Europa gaven aanleiding tot een nieuw facet van het antisemitisme. In alle stromingen van de sociale beweging waren joden actief  en dus werden ze plots ook politiek een schietschijf. In deze periode met zijn grote onrust in Rusland werd een tegenpamflet gepubliceerd door ene Nilus ( volgens sommige bronnen een mysticus, volgens anderen een gerechtsbediende en door nog anderen gewoon een schrijvertje ten dienste van de tsaristische geheime politie) onder de titel De Protocollen van de Wijzen van Zion. Hiermee en met onder andere de eerder geciteerde werken werden ook de joden allerlei samenzweringstheorieën toegedicht. Wat het werk zelf betreft, werd behoorlijk snel achterhaald dat het om een “fake” ging. In 1921 bewees de Engelse krant The Times dat het om een bewerking ging van Dialogue aux enfers entre Montesquieu et Macchiavel van de hand van Maurice Joly uit 1864 dat eigenlijk een kritiek was op het beleid van Napoléon III. Desondanks werd het document door Hitler zelf in zijn boek aangehaald. De authenticiteit was dus blijkbaar niet belangrijk. Maar verder was duidelijk het samenzweringselement een nieuw toegevoegd element aan alle vorige.
Recent hebben we honderden dergelijke beweringen gelezen rond 9/11. In tegenstelling tot de beweringen van toen kan men zien op de lijst van slachtoffers dat er een groot aantal joden tussen staan en dat ze dus geenszins waren verwittigd om die dag te gaan werken.

Over de achtergrond van de Holocaust keren we hier niet terug. Daarvoor kan men in onze rubriek Geschiedenis het artikel Het Nazi Wirtschaftswunder lezen.

Een paar persoonlijke bedenkingen willen we toch meegeven:

  • 60 000 joden hebben zich vrijgekocht uit Nazi-Duitsland. Het geld is in geen enkel officieel document vermeld, laat staan teruggevonden.
  • De drie banken met grote joodse invloed in Duitsland, namelijk Deutsche Bank, Dresdner Bank en Warburger Bank werden door de nazi’s netjes ( weliswaar onder de marktprijs) betaald aan de eigenaars. Niet onteigend dus.
  • Op het einde van de oorlog werden zware financiële onderhandelingen gevoerd in Zwitserland door Nazi officiëlen met vertegenwoordigers van joodse organisaties uit Palestina voor het verder vrijkopen van Hongaarse joden.
  • Tussen de 5 en 6 miljoen ( het cijfer schijnt een compromis te zijn tussen politici ! ) joden werden vermoord, de meesten arme drommels ( boeren, ambachtslui, handelaars, weinig bedrijfsleiders en zeker geen bankiers).
  • Conclusie: ideologie is voor de massa; centen zijn voor de top.

 

 

Wat in Nazi Duitsland gebeurde was amper onmenselijker en brutaler dan in de Sovjet-Unie na de oorlog. Velen wijten dit laatste aan de controverse tussen Stalin en Trotski en de paranoia van de eerste, hoewel Trotski reeds was uitgeteld op dat ogenblik. Antisemitisme is eigenlijk steeds aanwezig geweest in Rusland, ook vóór het communistische tijdperk, en ook hier sterk uitgedragen door de kerk, in casu de orthodoxe met een zeer grote nationalistische inslag.

De katholieke kerk heeft ondertussen een aantal stappen gezet om de relatie met de joden te verbeteren. De belofte van de huidige paus om het controversieel archief van Pius XII vrij te geven, was de laatste stap. Meer hierover vond u in het eerste deel van dit artikel.

Sedert de oprichting van de staat Israël is daar een nieuwe vorm van antisemitisme bijgekomen. Zionisme, de basis van de joodse ideologie voor de oprichting van een eigen staat, werd om vele politieke redenen langzaam door zowel politiek links als politiek rechts vertaald in een antisemitisme, dat eigenlijk een antizionisme zou moeten zijn. Maar het onderscheid tussen deze twee begrippen blijkt heel dun te zijn. Feit is dat het anti-kapitalisme van links en de raciale stellingen van rechts dezelfde zondebok viseren met dezelfde oude argumenten.

De Arabische wereld heeft in haar antizionisme een hele reeks beschuldigingen en het oude jargon opgerakeld. De Protocollen van de Wijzen van Zion kregen recent nog een Arabische uitgave. De meest bekende beschuldiging was uiteraard de samenzweringstheorie rond 9/11. Israel had deze gepland en alle joden die in de toren werkten, was aangeraden thuis te blijven die dag. Helaas voor deze “fake” staan er op de dodenlijst enkele honderden joodse doden en zijn de incheckbeelden op de luchthaven klaar en duidelijk, evenals de doorgestuurde GSM-berichten vanuit het vliegtuig waar de passagiers probeerden de controle over het vliegtuig in handen te krijgen.

Eveneens vreemd is dat ook nu weer bij de neonazi’s in het Westen dat de argumenten en beschuldigingen die reeds lang zijn weerlegd als onjuist, toch weer opnieuw worden gebruikt. De meeste feiten zijn reeds lang ontkracht maar dit is dus overduidelijk niet belangrijk, alleen een zondebok is nodig en dit ook vandaag nog om opnieuw de eigen fouten of onkunde te verbergen. Interessante vaststelling, gebaseerd op tientallen historische voorbeelden, is dat wanneer antisemitisme de kop opsteekt een maatschappij doodgebloed is of stervende.

 

Oorzaak of excuus ?

1. De argumenten.

Als we de voornaamste redenen van antisemitisme op een rij zetten, tellen we er zes belangrijke: het uitverkoren volk, rijkdom, zondebok, de Jezus moord, buitenstaanders en ras.

  1. Uit onderzoek blijkt dat bij de ongunstige argumenten tegen de joden het idee dat de joden zich als het verkoren volk van god beschouwen, zeer felle reacties oproept.  Maar is dit een argument om antisemitisme te verklaren? Meerdere volkeren of groepen in de wereld beschouwen zich als uitverkoren. Maar geen enkel ander volk of religie werd hiervoor zwaar vervolgd. De christenen verklaarden zichzelf als nieuw verkoren volk toen de joden Jezus hebben verworpen.
    Moslims hebben zich bij hun ontstaan eveneens uitgeroepen tot de nieuwe kinderen van god. Chinezen noemen hun land het “centrum van de wereld” en dus zichzelf als het middelpunt. Japan betekent “bron van de zon”. Deze landen en naties zijn niet gehaat wegens het uitroepen van hun superioriteit.
  2. De zondebok theorie. De politieke wereld en geschiedenis steekt vol crisissen en problemen, dikwijls ontstaan door eigen foutief bestuur en beslissingen. Een zondebok zonder macht is dan bijzonder welkom om de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen en de eigen fouten te verbergen. Eerste voorwaarde voor de zondebok is een kleine groep die reeds door de lokale bevolking wordt gehaat. En joden werden eeuwen door de katholieke kerk en de protestanten als schuldig en verantwoordelijk voor vele kwalen aangeduid. Een slechte oogst, de pest en de cholera, de moord op jonge kinderen, het verlies van een oorlog. Noem maar op, het is allemaal gebruikt keer op keer. Dus een volgende keer is de oorzaak van het probleem reeds op voorhand bekend en de verantwoordelijken ook. De zondebok is overduidelijk een excuus en geen oorzaak of reden.
  3. De moordenaars van Christus. Lezer weet dat wij, met de analyses van theologen, met het onderzoek naar de religieuze teksten in vergelijking met de historische documenten, met het recent archeologische materiaal ernstig twijfelen aan de figuur Christus zoals de vroege kerk die aan ons heeft gebracht. Wij zijn méér en méér overtuigd dat Christus een composiet figuur is, die later door Paulus tot leven is gebracht. Dit is onze eerste bedenking.
    Tweede bedenking: tekstueel zijn er zoveel tegenstrijdigheden in de verhalen van de vier evangelisten, dat het scenario zelf problematisch is en vele vragen oproept.
    Maar zelfs als we ook maar één seconde aannemen dat deze evangelies de basis zijn van de beschuldiging van Christusmoord, dan kan men de intrige van de hoge priesterklasse, die trouwens ten zeerste gehaat was door het gewone volk, niet toeschrijven aan het gehele volk.
    Bijkomende bedenking; waarom was jodenhaat niet bestaand in de periode zelf van de dood van Christus, maar vinden we deze pas voor het eerst veel later ? Volgens Bernard Blumenkranz in zijn boek Jews and Christians in the Western World begon deze beeldvorming pas met de komst van de kruisvaarten, dit wil zeggen ongeveer 1000 jaar na de feiten.
    Laatste bedenking: het evangelie van Mattheüs, Marcus en Johannes zegt duidelijk dat de Romeinen Christus hebben gekruisigd, wat in de logica van de feiten en de tijd is. Conclusie: de dood van Christus is niet de oorzaak van jodenhaat maar het excuus. Wij vermoeden dat bij de kerkleiders de vrij fundamentalistische houding van de joden in het verwerpen van de stelling dat Christus de nieuwe messias was die hen was voorspeld, de hoofdreden is geweest voor het starten van een campagne tegen de “concurrenten”. Vooral een “mens” voorstellen met een goddelijke status was voor de joden absoluut in tegenstrijd met hun geloofsstellingen. Het Maria verhaal was eveneens een totaal onaanvaardbare geschiedenis voor hen.
    En dit was aanleiding tot wrijvingen en nog erger toen de joden niet overstapten naar de nieuwe kerk, zoals later ook niet naar de protestanten om dezelfde redenen.
  4. De economische theorie als basis van het antisemitisme. De joodse rijkdom en macht roept wrevel op bij andere volkeren of groepen.
    Er zijn zeer zeker ettelijke rijke en invloedrijke joodse families. In de periode waarin de Protocols werden gefabriceerd, refereerde men zeer graag naar de Rothschild familie. Vandaag wordt dit familie-imperium in de verschillende samenzweringstheorieën wel gekoppeld aan de jezuïten, aan Krupp en wordt hen zelfs de financiering van de NSDAP toegeschreven !!!                  Feit is dat ze door hun bankactiviteiten als één van de allerrijksten worden gerekend. Objectieve bronnen, die absolute cijfers omrekenen naar hedendaagse cijfers plaatsen de Rotschild-familie wel in een rijtje van een twintigtal families, waarbij nominaal de anderen twintig keer méér bezitten. Rockefeller, Carnegie, Vanderbilt, en recenter Chanel, Kampard, Dumas, Albrecht, Slim, Arnault, Mars, Koch en Walton zijn veel minder bekend, maar niet minder invloedrijk. Maar de miljoenen joden uit de Poolse en Russische sjtettels waren arm en zonder enige invloed en macht. Zij zijn Auschwitz gepasseerd en slechts één Rotschild is in Nazi-Duitsland gestorven.                                                                                                                                               We We zien echter geen permanente en voortdurende campagne tegen de niet-joodse rijken, en dat zijn er veel meer. In de middeleeuwen werden joden bovendien afgeslacht zonder dat er naar hun bankrekening werd gevraagd. Arme joden werden evenzeer gehaat als rijke joden.                                                                                                                                                                       Er zijn recent een paar onderzoeken gedaan in de USA door New World Wealth naar de verdeling van de rijkdom in de wereld volgens bevolkingsgroepen. Van de ongeveer 13 miljoen dollar miljonairs zijn 56% christenen ( USA, Europa en Zuid-Amerika), 6,5% zijn moslims, 4% zijn Hindoe en 2% zijn joden. De rest is onbekend. Van de miljardairs daarentegen zijn 11,5% joden en dat is inderdaad boven het percentage van hun bevolkingsaantal, maar er zijn dus nog steeds 88,5% niet-joodse miljardairs. Bekijkt men alle cijfers dan kan men stellen dat geen enkele groep de totale rijkdom onder controle heeft. In de USA zijn de joden disproportioneel vertegenwoordigd bij de hogere inkomens, maar de overgrote meerderheid zijn niet-joods. Joden vertegenwoordigen namelijk amper 2,2% van de Amerikaanse bevolking. Een onderzoek van de Metropolitan Council of New York toonde echter aan dat 45% van de kinderen in joodse gezinnen in New-York rond de armoedegrens leven. De meesten zijn orthodoxe joden en hoewel zij er door kledij en cultuur echt joods uitzien zijn zij de armsten onder de joden. Een vergelijkbare toestand geldt ook voor de orthodox joodse families in Europa. Indien de joden zoveel macht hadden gehad als wordt beweerd in sommige propaganda, kan men zich de vraag stellen waarom ze er dan niet in slaagden om hen naar een aantal landen te laten emigreren toen ze in Duitsland duidelijk teveel waren ? Zelfs de USA weigerde hierover toen besprekingen. In de wereld van het geld ( lenen, ontlenen, beheren) zijn ze terecht gekomen omdat ze werden gehaat. Ze mochten geen eigendommen bezitten, geen academische studies volgen en kregen zware beperkingen opgelegd in de activiteiten die ze wel mochten ontplooien. Arme jood, rijke jood, invloedrijke jood of sukkelaar jood: ze worden allemaal gehaat. Dus geld en macht is niet de oorzaak, maar het excuus.
  5. Zij worden gehaat als buitenstaanders. Ze zijn op zichzelf en gedragen zich anders. Ze dragen ( de traditionalisten in ieder geval) andere kledij, ze hebben eigen regels en soms spreken ze een andere taal. Maar ook de Chinezen in de USA en zelfs de Fransen in England ondergingen deze afkeer wegens anders zijn.
    Het is inderdaad zo dat hun ethische en culturele achtergrond en hun sociaal systeem anders waren dan dat van hun buren. Ze bleven op zichzelf en koesterden hun hoop terug te keren naar Zion. Ze waren de ultieme outsiders.
    Na 1789 echter toen hen gelijkheid werd aangeboden, grepen velen deze kans. Ze legden hun oude kleren af, schoren hun baard, gingen naar de universiteit en namen volop deel aan het culturele leven. In het kort: ze integreerden. In Duitsland een paar decennia later ontstond een beweging die stelde dat Berlijn hun hoofdstad was in plaats van Jerusalem en Duitsland hun vaderland. Kort daarop zette de Dreyfuss affaire Frankrijk op stelten en de joden terug “op hun plaats”. In Duitsland vochten ze volop mee in WO I en velen stemden ook voor Hitler in 1933. In 1943 waren er onder hen nauwelijks nog overlevenden. Ze waren niet meer “anders”, maar hen werd toen verweten gelijken van de lokale burgers te willen worden, insiders dus. In het geval van Nazi Duitsland werd hen daarom verweten het Arische ras te willen besmetten. Het argument is dus niet de oorzaak, maar het excuus.
    1. De rassentheorie.
      In de nasleep van de theorieën van Darwin, gingen een aantal wetenschappers in de 19de eeuw zo ver de wet van de sterkste toe te passen op de zogenaamde rassen. Wat op zich al bewijst dat ze er niets van begrepen hadden. De fittest zijn niet de sterksten, maar de best aangepasten of de meest intelligenten of de toevallig best uitgerusten in moeilijke omstandigheden, zelden de fysiek sterksten.
      Sedert we zeer ver doorgedreven universele onderzoeken hebben gedaan naar DNA, weten we hoe de mensen zich van bij het vroegste begin hebben verspreid over de wereld, en vooral dat ze in tijd allemaal vanaf een beperkte locatie in Afrika zijn vertrokken. Dus, ironie, ook de blanke superioriteitsdenkers hadden “zwarte” voorouders. Zie in de rubriek Varia ons artikel over rassen in het algemeen.
      De gehele nazi rassentheorie steunt uitsluitend op verkeerde vertrekpunten. De recentste opgravingen in de Indus ondergraven volledig hun theorie over de Ariërs ( zie artikel hierover). Ten tweede zijn joden geen ras ( wij verkiezen het begrip etnische groep, aangezien er geen rassen bestaan onder de mensen). Bovendien kan iedereen jood worden die zich daarvoor geroepen voelt. Wat de fysische kenmerken ( de haakneus wordt steeds eerst genoemd) betreft die volgens de nazi “specialisten” iedere jood had, slaan die meer op Arabische volkeren dan op alle joden. Ironisch is ook dat Arabieren de bondgenoten waren van de nazi’s tijdens de oorlog, evenals de Italianen en de Japanners, en dat zijn nu niet direct Ariërs volgens hun eigen theorieën.
      Aangezien joden over de hele wereld voorkomen zijn de fysieke trekken tussen de verschillende groepen soms zo groot dat daaruit zeker geen “universele” gemeenschappelijke trekken kunnen worden afgeleid. Oost- en West-Europese joden ( Ashkenazi) verschillen merkelijk van de Mizrahi ( Midden-Oosten tot India), de Noord-Afrikaanse joden, de Ethiopische joden, de Spaanse en Portugese joden ( Sefardi). Ze zijn bruin met donkere haren en ogen, of ze zijn blank met blonde haren en blauwe ogen, ze blijven gehaat. Aangezien men een paar eeuwen terug alleen de Europese joden kende, werden de joden als “blank” omschreven. Maar ze bestaan in alle tinten. In de USA is meer dan 10% van de joodse bevolking “zwart”.
      Last but not least: joden vertegenwoordigen 20% van alle Nobelprijswinnaars en slechts 0,2% van de wereldbevolking. Hun minderwaardigheid is dus op zijn minst propaganda.

 

2. Conclusies.

  1. Anti-semitisme is uniek in die zin dat het reeds zeer lang bestaat. Zie het boek The Anguish of the Jews. A History of Anti-Semitism van de katholieke priester Edward Flannery.
  2. Overal waar joden zich vestigden in Europa kwam antisemitisme voor, later werd het ook in de USA “geïmporteerd”.
  3. Het leidde tot discriminatie, maar ook tot zeer gewelddadige acties tegen hen.
  4. Het is uiteindelijk niet heel duidelijk wat antisemieten nu echt haten bij de joden. Meestal zijn de vermelde redenen zelfs tegenstrijdig. Ze zijn minderwaardig en lui, maar ook economisch dominant en willen de wereld beheersen. Ze blijven obstinaat zich anders dan de anderen gedragen, maar als ze willen integreren zijn ze een bedreiging voor de ras zuiverheid ! Ze zijn pacifisten en oorlogsstokers, kapitalistische uitbuiters en revolutionaire communisten, minderwaardig en tegelijk bezeten met de mentaliteit van het uitverkoren volk.

Als er teveel redenen en argumenten zijn, dan zijn er uiteindelijk geen.

De hoofdoorzaak is en blijft de houding van de christelijke kerk. Ze heeft van bij de aanvang iedere andersdenkende groep of afsplitsing ( protestanten, anglikanen, katharen, moslims) bestreden, dikwijls met heel veel geweld.

Maar met alle dezen hebben ze nadien terug een verstandsrelatie opgebouwd. Met de godsdienst waarvan zijzelf een afsplitsing zijn, proberen zij nu een betere relatie op te bouwen, maar de eeuwenlange hetze en hersenspoeling van hun volgelingen heeft een toestand gecreëerd die zeer moeilijk zal om te keren zijn. Het is trouwens typisch dat in de meest katholieke landen in Europa, Hongarije, Polen en Litouwen, nog altijd een virulent antisemitisme aanwezig is.

 

Racisme.

Bij het einde van dit artikel één vraag: en wat met racisme in het algemeen ? Juist. De geschiedenis van het racisme is veel meer omvattend dan het antisemitisme. Het is universeler en historisch zeer verspreid onderzocht, terwijl het aantal slachtoffers meer dan waarschijnlijk een honderdvoud is. Een coherent onderzoek is bijgevolg vrij moeilijk. Om een poging te doen hieraan een artikel te wijden, vrezen wij veel te onvolledig te zijn, gezien het werkelijk universele karakter van het fenomeen. Maar aan de morele en menselijke gevolgen ervan zullen we zeer zeker in de toekomst de nodige bedenkingen wijden.

 

Bibliografie

Jacob R. Marcus: The Jew in the Medieval World. Hebrew Union College Press, 1791.

Walter Zvi Bacharach: Anti-Jewish Prejudices in German-Catholic Sermons. Edwin Mellen Press, 1993.

Karl Marx: A World without Jews. Philisophical Press Inc, 1959.

Roth Cecil: The Ritual Murder Libel: the Report by Cardinal Lorenzo Ganganelli. Woburn Press. 1935.

Graf Jakob. How we can recognize a Person’s Race. University of Winsconsin Press. 1966.

Streicher Julius. The Pan-Jewish world wide Attack. Reprint van German Propaganda Archive. 1999.

Pfeffer Y. The Concentration Camp Routine. Scholastic Library Publishing Inc. 1982.

Höss Rudolf. On the necessity to murder Jewish children. Routledge Publishing. 1982.

Freedman Theodore. The Doctor’s Plot uit Anti-Semitism in the Soviet-Union. Anti-Defamation League. 1984.

Green D.F. Arab Theologians on Jews and Israel. Persoonlijke uitgave van de auteut. 1976.

Carroll James. Constantine’s Sword: the Church and the Jews. Houghton Mifflin. 2001.

Perry M. en Schweitzer F.M. Anti-Semitism: Myth and Hate from Antiquity to the Present. Palgrave Macmillan. 2005.

Berman P. Terror and Liberalism. Norton. 2003.

Sachar H.M. A History of the Jews in Amerika. Knopf. 1992.

Rogger H. Jewish Policies and Right-Wing Politics in Imperial Russia. Berkeley Press. 1986.

Rubinstein en Naumov. Stalin’s Secret Pogrom. Yale University Press. 2001.

Hertz D. How Jews became Germans. The History of Conversion and Assimilation in Berlin. Yale University Press. 2007.

Green N. The Dreyfuss Affair and Ruling Class Cohesion. Science & Society vol 43, no 1. 1979.

Schäfer P. Judeophobia: Attitudes toward the Jews in the Ancient World. Harvard University Press. 2009.

Cahnman W. Socio-Economic Causes of Antisemitism. Social Problems vol 5, no 1. 1957.

Mohan Rao. Scientific Racism: A Tangled Skein. Economic and Political Weekly vol38, no 8. 2003.

Stillman N. The Jews of Arab Lands in Modern Times. The Jewish Publication Society. 1991.

Botticini, Maristella en Eckstein. The Chosen Few: How Education shaped Jewish History. Princeton University Press. 2012.

Shohat Ella. Rethinking Jews and Muslims: Quincentennial Reflections. Middle East Report no178. 1992.

Kivel P. Living in the Shadow of the Cross: Understanding and Resisting the Power and Privilege of Christian Hegemony. New Society Publishers. 2013.

Smith D.N. The Social Construction of Enemies: Jews and the Representation of Evil. Sociological Theory vol 14, no3. 1996.

Gilman S. Are Jews White ? Theories of Race and Racism. Routledge. 2000.

Reeks: 

Hoe lang nog?

Andere artikels in deze reeks