We hebben onlangs een donkere verjaardag herdacht: de bankencrisis. Hoewel, wij zijn het niet eens met deze term. Omdat de banken deze “crisis” zelf hebben veroorzaakt. Op zoek naar onmogelijk gewin zijn ze aan het gokken geslagen als de ergste junkies. Met, in vele gevallen, het spaargeld van ons allemaal als inzet. En, hoe kan men het bedenken, wij allemaal hebben diezelfde banken, middels onze regeringen, de garantie gegeven voor hun redding. En dit zullen we nog vele jaren betalen, niet alleen in geld.
Even terug in tijd.
Een recessie was een direct gevolg van deze Grote Financiële Crisis. Wereld BNP verminderde van 5,6 % in 2007 naar 0,1 % in 2009. Sedertdien heeft de wereldeconomie zich langzaam maar allesbehalve volledig hersteld. De USA kende een tijdelijke groei tot 2,6 % in 2018 en de Eurozone voorziet een groei van 2,0 % voor 2018-2019. Maar op langere termijn zien we dat het gezinsinkomen en de consumptie nog steeds negatief worden beïnvloed. In de USA is de consumptie nog steeds 10% onder het vijftigjarig gemiddelde. De teruggang van de Europese economie in 2011-2014, gevolgd door een zwak herstel noteerde nog slechtere resultaten dan in de USA met behoorlijke discrepanties tussen verschillende lidstaten.
In China daarentegen werden de gevolgen van de grote financiële crisis uitgevlakt door massieve fiscale maatregelen en een krediet stimulerend programma. Er was echter wel een vertraging van de economische groei. De BNP groei daalde van 14,2 % in 2007 naar 6,3 in 2018. Daarentegen steeg de schuld excessief als gevolg van deze stimuli. Resultaat was een daling van de consumptie.
Ander fenomeen is de groei van de globale schuld van 206 % in 2008 tot 243 % in 2017. Vooral leningen op niveau van de gezinnen, maar ook op bedrijfsniveau stijgen opnieuw na een soort stabilisatie in 2012. In China hebben de bedrijven hun schulden verdubbeld sedert 2008.
Maar deze keer is het anders, beweren bij herhaling onze politieke adviseurs en economisten, in dienst van diezelfde politici. Kan zijn dat we onze regelgevingen hebben aangepast, dat we banken een gedragscode hebben opgelegd, dat de banken solieder zijn geworden, dat we de belegger en de spaarder “wettelijk” hebben beschermd. Maar de fundamentele spelregels van de banken zijn niet aangepast.
Zijn onze economieën beter uitgerust om een volgende schok op te vangen ? Er zijn duidelijke tekenen dat een recessie de komende jaren in de USA zal toeslaan en dit kan dramatisch worden voor vele andere landen. De Europese groei wordt artificieel ondersteund door de Europese Centrale Bank. Maar hoelang kan ze dat volhouden ? Een reddingsoperatie op wereldniveau lijkt ons een utopie, en dus wachten we maar dat de financiële sector van zijn zwakke spelers wordt gezuiverd om de rust te laten terugkeren, volgens de oude spelregels.
De meeste specialisten blijven redelijk pessimistisch. Het IMF bijvoorbeeld zag de verliezen groeien tot 1 400 miljard dollar, en daarbij werd berekend dat de grote banken nog extra 675 miljard dollar nodig hebben in de komende jaren. Een groot potentieel probleem is dus een schaarste aan kredieten met een direct gevaar voor hogere kosten op kredieten. Dit heeft directe gevolgen op de consumptie maar ook op bedrijfsinvesteringen. Dit laatste kan de economische activiteiten doen krimpen met recessie als gevolg.
Deze toestand heeft “direct lenders” aangetrokken. Deze schaduwbanken echter nemen meer risico’s bij het verlenen van kredieten. Deze markt is niet gereguleerd en een risico is dat ze deze leningen, al dan niet herverpakt ( herinner u 2007), doorverkopen aan andere spelers. De meeste van deze geldschieters zijn hefboom- , pensioen- en obligatiefondsen en wij weten niet welke bindingen er eventueel zijn met de traditionele banken. Dit zou een nieuwe besmetting van deze laatsten kunnen veroorzaken.
De keerzijde van dit technisch geklets is echter wel een potentieel menselijk, sociaal en maatschappelijk drama voor miljoenen mensen. Vooral omdat die dreigt bovenop het bloedbad van de vierde industriële revolutie te komen.
Er waren natuurlijk ook winnaars in deze enorme crisis, de hefboom- en beleggingsfondsen die massaal via short-selling speculeerden. Lahde bijvoorbeeld haalde een winst van 13 miljard euro en Paulson 5 miljard euro.
Hierbij is zeker niet alles legaal gebeurd. Valse geruchten en info van kredietbeoordeler S&P die via twijfelachtige modellen “te mooie” aanbevelingen gaf over gevaarlijke financiële producten. De andere kredietbeoordelaar Moody’s regelde zijn aandeel in deze bedrieglijke aanbevelingen achteraf middels een schikking van honderden miljarden. De Britse bankengroep HSBC manipuleerde valutakoersen en betaalde daarvoor 100 miljoen euro als minnelijke schikking. De schuldige spelers hebben heel eenvoudig hun strafvervolging afgekocht.
Japanificatie ?
Het lijkt er op dat de gehele Westerse wereld langzaam maar zeker op een japanificatie afstevent. Wat bedoelen we daarmee ?
Even terug in de tijd. Japan kende een zeer snelle groei na WO II met de nodige steun van de USA. Dit was uiteraard niet als vriendelijk gebaar, maar gebaseerd op een aantal politieke bedenkingen. Geopolitiek bevond het zich op een strategisch belangrijke plaats tegenover de Sovjet-Unie en communistisch China. De groei was snel, opvallend en massief. Herinner u de eerste goedkope Japanse auto’s, digitaal fotomateriaal, televisie en PC.
Dit alles leidde in de jaren 1980 tot de Japanse luchtbel, die ontplofte begin 1990. Wat volgde was een verloren decennium. Eigenlijk meer dan een decennium. De 1990’s brachten immers maar een zacht herstel. BNP daalde, de lonen daalden en de immobiliën zakten in mekaar.
De oorzaken waren monetair. Het Plaza Accoord van 1985 joeg de waarde van de yen de hoogte in en creëerde een luchtbel. De Bank of Japan ( verder BoJ genoemd) probeerde dit weg te werken met een reeks renteverhogingen. Toen 6% werd bereikt in 1992, begon men die te laten dalen tot men een paar jaren later tot de nul procent was gedaald. Twee pogingen om in de andere richting te sturen mislukten en dat betekende het einde van de renteverhogingen. De BoJ voert nu reeds 20 jaar een bijna nul rente politiek. Dit bracht haar tot uitgebreide QE programma’s ( QE = Quantitative Easing zie verder in dit artikel), die evenmin resultaten opleverden.
De regering ondertussen voerde een geassorteerde fiscale politiek: infrastructuurwerken, deregulering ( verkoop en privatisering van staatsbezittingen), belastingverlagingen, enz….. Al dit had weinig effect. BNP groei bleef hangen rond ongeveer nul procent. Dit gebeurde ook met de inflatie. Het enige wat enigszins resultaat opleverde, was de wisselkoers van de yen omlaag halen. En dat deden de opeenvolgende regeringen dan ook zeer enthousiast.
De opkoopwoede van de BoJ ( aandelen, obligaties, staatsbon) had enigszins effect. Maar al dit geld ging en gaat nog steeds niet naar bedrijven omdat ze innovatieve, winstgevende ideëen hebben, maar eenvoudigweg omdat deze bedrijven bestaan. En zo ontstaan uiteindelijk zombie bedrijven.
Het resultaat van dit alles tot op heden is noch een boom maar ook geen depressie. De problemen zijn veelvoudig maar er zijn wel geen voedselbedelingen. Een groter probleem wordt echter dat de bevolking snel veroudert. Velen stellen dat dit niet zo kan doorgaan, maar niemand heeft een oplossing op zak. De BoJ heeft alles opgekocht behalve de obligaties die de staat nog zal uitgeven om haar toekomstige deficieten te financieren. Alle pogingen om inflatie te genereren, hebben niet gewerkt. En indien er geen betere oplossing voor handen lijkt te zijn, doet men nog méér van hetzelfde.
En dat is zo in Japan en Europa en nu ook in de USA. “ En zo doen de macht elites steeds méér van wat heeft gefaald in steeds grotere doses. Steeds lagere interestvoeten tot zelfs een negatieve interestvoet storen hen blijkbaar niet”.
Doet ons denken aan wat dhr. Junker ooit zei: wanneer het ernstig wordt, moet men liegen. En vandaag is het telkens opnieuw en steeds weer ernstig. Is de rest dan alles leugen ? En na Japan, volgde de ECB en nu lijkt ook de Federal Reserve te volgen nadat ze eerst tot ongenoegen van o.a. president Trump eventjes lichtjes hadden verhoogd.
Enkele voorlopige conclusies
Centrale banken hebben een welbekend scenario om recessies aan te pakken. Haal de interestvoet omlaag, verhoog de liquiditeit en stel meer kapitaal ter beschikking van de private sector. Dit stimuleert de bedrijven om arbeiders aan te werven en eventueel de lonen te verhogen. Draai vervolgens alle stimuli stap voor stap terug wanneer de groei terug aantrekt.
Dit draaiboek viel echter in duigen in 2008. Het systeem had zoveel schulden dat extra kapitaal niet het traditioneel verhoopte effect had. Er was nog volop gemakkelijk geld van de vorige crisis beschikbaar. Zelfs het verlagen van de korte termijn rente tot nul hielp niet. Kredietwaardigheid, en niet de interest kost, weerhield burgers en bedrijven ervan om te lenen.
Het antwoord van de centrale banken was Quantitative Easing ( in gewone taal: het bijdrukken van geld). Het had slechts een beperkt effect, maar niet dit wat men had verwacht. Eerder dan een effect op de productiviteit van de bedrijven hielp het de banken hun leningen aan te zuiveren, een aantal van hun kosten te dekken en daar bovenop nog een winst te realiseren.